Omgevingswet

Pilot energietransitie en Omgevingswet van start

Deze maand gaat het traject van start, waarin gemeenten onderzoeken hoe zij de instrumenten van de Omgevingswet kunnen inzetten bij het bereiken van de eigen klimaat- en energiedoelstellingen.

Flevopolder

Acht gemeenten gaan hiermee onder begeleiding van experts aan de slag. Dit levert waardevolle kennis op waar ook andere gemeenten van kunnen profiteren.

Goes, Den Haag, Zoeterwoude, Maastricht, Boxtel, Groningen, Tilburg en Súdwest-Fryslân gaan onder begeleiding van een pilotcoach aan het werk met minimaal één van de vooraf geformuleerde onderzoeksvragen gericht op de koppeling tussen de energietransitie en de Omgevingswet. Het traject is het vervolg op een onderzoeksopdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Binnen dit traject is veel ruimte om te leren van elkaar, waarbij ook andere gemeenten actief meedenken en feedback leveren. Dit zijn gemeenten die specifiek willen leren van de acht pilotgemeenten die voor dit kennistraject zijn geselecteerd. Gezamenlijk bouwen ze meer kennis en ervaring op over het inzetten van de instrumenten van de Omgevingswet die de energietransitie versnellen.

Grote belangstelling

De oproep voor deelname aan het kennistraject leverde veel reacties en aanmeldingen op; het onderwerp leeft sterk onder gemeenten en er is grote belangstelling voor het opdoen van kennis hierover. Bij de selectie is een keuze gemaakt voor een vertegenwoordiging van grote en kleine gemeenten, van stedelijk tot landelijk gebied en met spreiding door het hele land. Daarbij is rekening gehouden met verschillende type wijken, zowel bestaande woonwijken als nieuwbouw naast bedrijventerreinen en historische binnensteden. Ook moesten alle vooraf gestelde onderzoeksvragen aan bod komen in de uiteindelijke selectie.

Achtergrond

Op dit moment verkennen gemeenten, provincies en waterschappen in de RES-regio's (Regionale Energiestrategie) welke behoefte er is aan warmte en elektriciteit in 2030 en welk aanbod ze kunnen realiseren in de vorm van duurzaam opwekken, inclusief bijbehorende infrastructuur en opslag.

De besluiten daarover moeten worden vastgelegd in een RES, een transitievisie warmte en uitvoerinsplannen op wijkniveau. En moeten uiteindelijk landen in de omgevingsvisie, omgevingsverordening, omgevingsplan en/of een programma; de instrumenten van de nieuwe Omgevingswet. Ervaring uit eerdere pilots en uit de praktijk heeft echter geleerd dat gemeenten veel vragen hebben over hoe zij dit instrumentarium van de Omgevingswet kunnen inzetten voor energie- en klimaatvraagstukken in relatie tot andere maatschappelijke opgaven.

Een consortium bestaande uit Antea Group, Rho adviseurs, Over Morgen, TNO, Platform31 en Rebel gaat het onderzoek en het leertraject uitvoeren. We doen dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: de directies Ruimtelijke Ordening en Eenvoudig Beter en het programma Aan de Slag met de Omgevingswet.


Bron: Platform31.nl