omgevingswet

Omgevingswet

Omgevingswet oplossing voor ‘democratisch tekort’?

Wordt het werk van planologen eenvoudiger dankzij de invoering van de Omgevingswet? Hoogleraar Gebiedsontwikkeling Co Verdaas: "Laten we niet somberen dat het allemaal ingewikkeld is. Laten we gewoon aan de slag gaan. We hebben zoveel kennis en kunde in huis. Benut die!"

20190605tudelft bk coverdaas dsc51.412af71d.fill 890x360

Bron: gebiedsontwikkeling.nu

Van oudsher stemt de planoloog de ruimtelijke behoeftes op elkaar af en laat die ordentelijk in de ruimte dalen, begint dijkgraaf Co Verdaas, tevens hoogleraar Gebiedsontwikkeling bij de SKG-leerstoel aan de TU Delft. Maar de opgave is de laatste jaren fors veranderd. In plaats van planologie spreken betrokkenen vaak over gebiedsontwikkeling. Verdaas: "Het vak wordt ingewikkelder en het is lastiger om de zaken op een klassieke manier te plannen. De Omgevingswet is een bevestiging van deze ontwikkeling. Zo rolt wetgeving altijd achter de werkelijkheid aan."

Gebrek aan transparantie

Wat gaat de Omgevingswet allemaal veranderen? Verdaas: "Daar kan ik wel honderd voorbeelden van geven. Nu hebben we nog 26 sectorale wetten, inclusief tientallen hoofdstukken, en die raken allemaal aan de leefomgeving. De kans op fouten daarbij is door een gebrek aan transparantie supergroot. Niemand overziet wat nodig is om van idee tot uitvoering te komen en dat maakt het proces enorm kwetsbaar. Het is een democratisch tekort, want betrokken burgers worden horendol als je wilt meepraten of een zienswijze wilt indienen."

"De gemeente is straks verantwoordelijk voor het maken van één omgevingsvisie en één omgevingsplan. Dat wordt dan door de gemeenteraad vastgesteld en is het enige plan dat bindend is. Deze nieuwe wet dwingt overheden en initiatiefnemers om in een samenhangend omgevingsplan voor het hele gemeentelijke grondgebied alle sectorale belangen op elkaar te betrekken. Daarmee wordt de opgave niet eenvoudiger, want we zijn een druk landje waar heel veel moet gebeuren."

Praat met je buren

"Er gaat ook iets voor de initiatiefnemers veranderen. De wet stelt dat iedereen moet participeren. In goed Nederlands betekent dat: praat ook met je buren. De wet geeft echter geen concrete invulling aan hoe je dat precies moet doen. Ik verwacht dat als een initiatiefnemer straks een vergunning aanvraagt die in het omgevingsplan past, en hij vergeet te overleggen met de buren of de belanghebbenden, de Raad van State zegt dat hij de wet niet goed heeft toegepast."

"De reikwijdte van dit verplichte overleg is echter een grijs gebied. De bedoeling van de wet is echter helder. Iedereen die in de praktijk iets wil, moet rekening houden met de belangen van de omgeving. Dat betekent overigens niet dat je het eens hoeft te worden. Je moet wel transparant maken waarom je het ergens wel of niet over eens bent geworden. Dus de verantwoordelijkheid wordt deels teruggelegd bij de samenleving."

Gamechangers

Gebiedsontwikkeling in tijden van een stikstofcrisis verandert veel aan het vak van de planoloog. Dergelijke gamechangers zijn het laatste decennium talrijk. Verdaas: "Begrippen als klimaatadaptie en energietransitie kwamen tot acht jaar geleden letterlijk niet voor in landelijke nota's of klimaatakkoorden van provincies. Zulke veranderingen maken dat we nooit het definitieve antwoord hebben. Omdat de omgeving continu verandert, blijven de aanpakken ook altijd in beweging. Er is nooit een antwoord hoe we het moeten doen. Dat maakt gebiedsontwikkeling een fascinerend en tevens ongrijpbaar vakgebied. Mensen die van zekerheid houden, moeten niet aan gebiedsontwikkeling gaan doen."

"We weten in Nederland echter goed hoe we een ingewikkelde opgave in de leefomgeving het hoofd kunnen bieden. Daar zijn we wereldkampioen in. Dus laten we niet gaan somberen dat het allemaal ingewikkeld is. Laten we gewoon aan de slag gaan. We hebben zoveel kennis en kunde in huis. Benut die!"

"We maken de toekomst mede door nu te handelen, nu keuzes te maken en nu te investeren. Doe dat echter nooit vanuit het idee dat je precies weet wat het goede is voor de toekomst, want dat is een illusie. Meer zekerheid en houvast hebben we niet. Ik weet één ding echter wel zeker. Over tien jaar zijn er weer nieuwe opgaves en nieuwe initiatieven, en het is geen optie om daar op te wachten. We moeten dus doorgaan. Dat noem ik de paradox van het planologisch paradijs. Ons werk is zelfs in Nederland nooit af."